Bij de opgraving van dit jaar, is de deze bronzen hanger aangetroffen. Het toont een zeer gestyleerd gezicht, met een haardracht die in iets uitlopende krullen lijkt te eindigen. Mond en oren zijn (nog) niet herkenbaar, maar de wenkbrauwbogen en neus geven duidelijk aan dat het hier om een gezichtje gaat.

We kennen dit soort voorwerpen onder de term riemhangers, en gezichten komen hierbij vaak voor (voorbeeld). In 2017 schreef Wessel Spoelder een prachtig artikel over deze objecten. Een paar vaststellingen moeten we hier herhalen. Ten eerste is vaak sprake van meervoudige (tot 3 aan toe gezichten), hetgeen doet denken aan Janus-afbeeldingen (de Romeinse god met twee gezichten). Verder is op basis van completer bewaarde exemplaren waarschijnlijk dat deze (met een leren of bronzen) verbindingsstuk ergens aan vast hebben gezeten, mogelijk textiel of leer. Ten derde valt op dat de verspreiding ervan zich in de Noordelijke provincies en aansluitend Duitsland concentreert.

Spoelder (2017) weet op basis van vergelijkingen met kunstvoorwerpen (doopvonten, bouwmateriaal, vaatwerk) aan te tonen dat de (Romaanse) stijl waarin de kopjes zijn weegegeven, goed past bij een datering in de 12e of 13e eeuw. Daarmee zou deze hanger uit de beginfase van Yesse stammen. Sommige kopjes laten mogelijk een ‘tonsuur‘ zien, hetgeen een gangbare haardracht was voor monniken. Hoewel er weinig gesloten contexten zijn, lijken deze hangers ook (en wellicht zelfs vooral) op kloosterterreinen voor te komen.
Hoe en waaraan ze bevestigd waren blijft een mysterie. Te denken valt aan de riem die over een tuniek (of habijt!) werd gedragen, maar ook aan de leren riemen van paardentuig werden vaak versieringen aangebracht. Totdat we een keer een echt goede vondst doen (bijvoorbeeld in een graf) zodat we weten hoe het gedragen werd, blijft het hoofdbrekens opleveren.
Zie: Spoelder, W., 2017: Raadselachtige riemhangers. Detector magazine: verenigingsblad van ‘De Detector Amateur’, 6-13.