In de kronieken van moederklooster Bentlage is het volgende opgeschreven:
“In het jaar 1472, nabij Maria ten Hemelvaart, ging het klooster Nova Lux bij Ter Apel in de nacht in vlammen op, door de woede van een afvallige donaat [iemand die al zijn bezittingen aan een klooster gegeven heeft en deelneemt aan het kloosterleven, zonder daarvoor eerst de volledige kloostergeloften afgelegd te hebben] waarbij de gehele kerk, de slaapzaal, de eetzaal, en de keuken in de as gelegd werden. Hierbij raakt broeder Gerhard Horn door zijn getrouwheid vrijwel geheel verbrand. Broeder Ludolf, de oudste, overleefde met zijn verwonindingen nog acht dagen in de stad. In hetzelfde jaar verscheen een verschrikkelijke komeet”
Vermoedelijk is hierbij vooral het dak en de verdiepingsvloeren verbrand – zoals in 2019 bij de Parijse Notre Dame – want in 1473 wijdt de bisschop van Osnabrück de kerk alweer opnieuw in. Op basis van dendrologische dateringen van het dak blijkt dat de kap renovaties tot aan 1490-1500 hebben geduurd en dat de sacristie pas in 1510 werd herbouwd.
De woede van de afvallige donaat heeft dus bijna 40 jaar herstelwerken opgeleverd.
