Hoewel archeologen werken met alle mogelijk moderne middelen, zoals drones, GPS-gestuurde landmeetkundige apparaten en draagbare röntgenanalyses, is één van onze werktuigen het simpele kleurpotlood. Alle belangrijke documentatie van de opgraving wordt nog steeds ingekleurd. Vaak staat er een aluminium tafel van 100 bij 80 cm (de tekentafel) in het veld waarop een even groot vel plasticfolie met mm vakjes is bevestigd. Door de ruitjes is het makkelijker om op schaal te kunnen tekenen!

Het kleuren helpt niet alleen om in de wirwar van lijnen de stucturen te blijven zien, om aan te geven ‘wat op wat lijkt’, maar een goede tekenaar kan zelfs zaken tekenen (vastleggen) die we nog niet begrijpen. Uiteraard worden ook van alle belangrijke zaken kleurenfoto’s gemaakt, maar de tekening is het document waarop we alle spoornummers, genomen grondmonsters en andere opmerkingen opschrijven.

Het bepalen van een kleur is echter niet gemakkelijk. Niet alleen zijn mensen niet zo goed in het herkennen van kleuren als ze denken (zie het plaatje hierboven!), maar ook zijn de grondsporen vaak mengels van grond in verschillende kleuren, met verder nog spikkels aan puin of houtskool (en dus heel gevariëerd van kleur), maar meningen verschillen ook vaak over kleur! Wat de één lichtblauw noemt, noemt de ander zacht lila, een derde grijsgrauw… Gelukkig kunnen we hier wel met een hulpmiddel uit komen.

Je ziet hier studenten werken met een Munsell Soil Colour Book. Dat is een boek vergelijkbaar met een verfwaaier van de bouwmarkt, maar dan met kleuren die vaak voorkomen in de bodem. Door de grond te vergelijken met kleuren in het boek, kunnen we het onderling eens worden “waar het het meeste op lijkt”, en dit objectiever (met kleurcodes zoals 2.5YR5/6 of namen als ‘dark olive brown‘) noteren. Omdat de kleurechtheid van ieder boek hetzelfde is, zijn het prijzige boekjes. Voor slechts 260 euro kunt u ze bestellen!
Het kost dus wat geld en moeite, maar dan staat het vlak er weer gekleurd op!
