In het klooster van Ter Apel is op veel plekken zandsteen als bouwmateriaal gebruikt. Je kan het vinden in de raamkozijnen, vensterbanken en deurposten. Een andere plaats waar zandsteen te vinden is de dekplaat van het altaar.

Zandsteen is ontstaan door afzettingen van zand die onder hoge druk zijn samengekit tot steen. Door de uniforme samenstelling van kleine korrels is het makkelijk te bewerken en kan het eenvoudig in vele gewenste vormen worden gebeiteld of gezaagd. Daarom is het een populair bouwmateriaal. In Nederland is echter weinig zandsteen te vinden dus de zandsteen die in de bouw voor bijvoorbeeld het klooster van Ter Apel is gebruikt werd vanuit Duitsland verscheept. De zandsteen die voornamelijk in het klooster voorkomt is Elbe zandsteen, kenmerkend aan de lichtgelige kleur.

Een soort zandsteen die je wat minder snel zal vinden in dit klooster is Bundsandstein, een rode soort zandsteen. Deze is op slechts één plek in het klooster te zien: het linker altaar in het oude kerkgedeelte dat alleen voor monniken bestemd was. Dit is de oorspronkelijke dekplaat die hier ook in de tijd van de kruisheren te vinden was. Daarom is het zo bijzonder dat er in werkput 22 aan de oostzijde van het klooster, naast de ingang van het museum, een hoekstuk Bundsandstein gevonden is.

De dekplaat van het altaar moest volgens kerkelijke regels altijd gemaakt zijn van natuursteen en een van de meer gebruikelijke stenen uitgekozen hiervoor was Bundsandstein. Zou ons fragment een eerdere, gebroken wellicht afgedankte altaarsteen kunnen zijn?

Intrigerend is dat op de schuine kant van het brokstuk buntsandstein ook een inkeping te vinden die mogelijk deel uit kan hebben gemaakt van de vijf kruisen die standaard ter wijding op altaarplaten zaten. Het feit dat hier dus een mogelijk stuk van een altaar dekplaat is gevonden kan wijzen op een eerdere bouwperiode.