Een veelvoorkomende materiaalgroep die men rond het kloosterrein vindt zijn natuurlijk dakpannen. Hierbinnen zijn meerdere types van dakpannen te herkennen. Neem bijvoorbeeld de Hildesheimer dakpan; een tamelijk zeldzame soort die niet veel in Nederland wordt teruggevonden. Zodoende is er bij het klooster in Ter Apel toch sprake van dit soort dakbedekking, waarvan wij ook delen terugvinden in de bodem.

De Hildesheimer dakpan komt origineel vanuit Duitsland; hij zou in 993 uitgevonden zijn door een zekere bisschop Bernward von Hildesheim (uit het gebied dat dezelfde naam draagt). Het is een links enkeldekkende overslagpan (wat minder vaak voorkomt) waarbij de ‘wel’ (ook wel de brede, overlappende rand) dus aande linkerzijde zit. De exemplaren aangetroffen in Nederland worden meestal rond 1500 gedateerd. Aan (o.a.) de oostzijde van ‘ons’ klooster ligt er nog dergelijke dakbedekking (zoals te zien op onderstaande foto). Ook op andere kerkcomplexen in Nederland zijn deze soort nog wel terug te vinden, zoals op de Broerenkerk in Zwolle

Nabij waar men momenteel werkt in werkput 22 is eerder ook al een (proef)werkput gegraven; put 16. Hierin werd op ca. 60 cm diepte dus ook een Hildesheimer dakpan gevonden. Op dit gedeelte van het terrein vermoedt men dat er een uitbouw moet hebben gestaan aan het klooster, het onderzoek dat hier gedaan wordt heeft dus ook als doel het blootleggen van de funderingen hiervan (die tijdens de restauratie in de jaren ’30 wellicht al eerder gevonden zijn). Mogelijk was de uitbouw – net als dat deel van de clausuur – dus met Hildesheimer pannen bedekt!
