Roest ontsleuteld

Er zijn bij de opgraving van dit jaar tijdens metaaldetectie onder andere twee sleutels gevonden. Op het moment dat deze gevonden waren, zaten ze onder een dikke laag roest. Het was nog wel duidelijk te zien dat het om sleutels ging, maar meer dan dat was niet zichtbaar. Daarom zijn onder andere deze twee sleutels aan een röntgenanalyse onderworpen, om te kijken hoe ze precies gevormd zijn.

IJzeren sleutels uit het klooster Yesse

Sleutels waren al in gebruik in het Nabije Oosten, in Irak en Egypte vanaf minstens 1000 jaar voor onze jaartelling. Dit waren simpele houten sleutels, maar met de introductie van metalen werden de sloten – en de hierop passende sleutels – snel complexer. De Romeinen gebruikten zowel deur– als hangsloten, vaak met bronzen sleutels. In Engeland, Frankrijk en Zuid-Duitsland kwamen na 800 al de eerste bronzen en vervolgens gesmede ijzeren hangsloten en sleutels voor. Insteek- of duwsleutels blijven tot (en deels in) de volle middeleeuwen populair, vooral voor hangsloten. Vanaf de 13e eeuw worden sloten met draaisleutels gangbaar en zien we de complexiteit van de sleutels snel toenemen. Vooral belangrijkze zaken als geldkisten (strongboxes), toegangsdeuren en bewaarkasten/-kisten. De sleutelstijlen gingen met de tijd mee en het maken van sleutels was een specialistisch beroep (Oirschot, 1969).

Het bestuderen van de sleutel- en baardvorm (de baard is het gedeelte dat in het slotmechanisme ronddraait) is met zo een roestklomp niet mogelijk. Daarom is besloten tot röntgenanalyse. Hierbij worden electomagnetische stralen vanuit een zogenaamde “röntgenbuis” afgevuurd op een voorwerp, dat op een plaat is gelegd die gevoelig is voor deze straling. Dit procedé lijkt dus op lichtfotografie, waarbij lichtstralen op lichtgevoelige film worden opgevangen, maar röntgenstralen zijn niet zichtbaar en kunnen in weefsels doordringen. De gebruikte apparatuur is dan ook dezelfde als in ziekenhuizen.

IJzeren objecten worden klaargelegd onder de röntgenstraal (links), detail van objecten op de stralingsgevoelige plaat (midden), laborant bekijkt op veilige afstand de opname (rechts). Beeld: R.Wolf, Hanze Hogeschool.

Op basis van de zo gemaakte beelden, zijn de Yesser sleutels veel beter te typeren. Beide sleutels zijn baardsleutels en waarschijnlijk gebruikt voor kistsloten. De beide sleutels vallen onder de hoofdgroep van de baardsleutels, maar door de specifieke vorm van het uiteinde van hun baard wordt deze preciezer als kamsleutel geïdentificeerd. De linker sleutel kan op basis van zijn grootte, mogelijk gebruikt zijn bij een deurslot (van Wijk, 2018, p. 27).

Röntgen-opnames van de sleutels en hun oorspronkelijke vorm.

De linker sleutel is mogelijk jonger dan het rechter exemplaar. Dit komt omdat de sleutelkop niervormig is (Mills, 1999, pp. 75-76). Vergelijkingen met elders gevonden parallellen (o.a. Mills 1999, 140) plaatsen deze sleutel op zijn vroegst rond 1300, maar het type met niervormig handvat blijft gangbaar tot in de loop tot de 16e eeuw. Op basis van de complexe baard gaan we hier uit van een 15e eeuws exemplaar.

De rechter sleutel is waarschijnlijk ouder, omdat de kop een cirkelvorm heeft, hetgeen vooral in eerdere periodes voorkomt; met name rond de 11e tot en met 13e eeuw (Mills, 1999, p.75). Ook op basis van vondsten elders, is de 13e eeuw een goede benadering van de ouderdom van dit kleinere exemplaar.

Zo ontsluit dus een medische techniek weer wat details van het dagelijks leven te Yesse!

BNF , Parijs, 32 Ab Urbe Condita, 1375-1400 AD

 

 

 

 

 

Dank aan radioloog R.Wolf en de Hanze Hogeschool voor de röntgenopnames

 

——-bronnen ——-

Gawronski, J. en Kranendonk, P. (2018) ‘Stuff’, Catalogue Archaeological Finds North/South Metro Line Amsterdam, p. 105.

Mills, N. (1999) Medieval Artefacts: Catalogue and price guide. Essex: Greenlight Publishing.

Museum, L. (1967) Medieval catalogue. London: Her Majesty’s Stationery Office.

Oirschot, A. van (1969) Antiek kopen: IJzeren voorwerpen. Uitgeverij Helmond.