Een punt maken …

Voorafgaand aan de aanleg van werkputten, worden eerst piketten in de grond geslagen. Deels geven die de hoekpunten van de aan te leggen sleuven en werkputten weer, deels zijn het vaste meetpunten tussen de werkputten in.
Door deze piketten vervolgens met een RTK (Real Time Kinetic) GPS in te meten, is hun plaats binnen de centimeter nauwkeurig bekend in het Nederlandse coördinaatsysteem.

Zo komen de putten op de juiste plekken te liggen, en kunnen we met de vaste meetpunten (bijv. om de 50 of 30 m) altijd losse vondsten inmeten. Een archeoloog moet dus ook het nodig van de landmeetkunde weten. Gelukkig zijn de hier afgebeelde collega’s van het Groninger Instituut voor Archeologie echte landmeters….

Geen punt dus, die punten maken.